Een veelgehoorde klacht over Kaapverdië en met name Boa Vista, is dat er niets te zien is. Er zijn inderdaad geen musea of beroemde bezienswaardigheden, maar dat wil niet zeggen dat er niets te zien is (niets is sowieso een vreemde uitdrukking). Voor wie een beetje wil kijken in het heden en in het verleden, heeft Kaapverdië een meer dan interessante cultuur.
Op Boa Vista in Sal Rei ligt, verscholen in een klein straatje, Migrante Guesthouse. Eens een bouwval, nu prachtig gerestaureerd door de huidige Italiaanse eigenaar. Het hotel stamt uit 1860, toen kwamen Esther en Abraham Benoliel, een joods-Marokkaanse familie, op Boa Vista en bouwden er dit pand, met gelijk al als doel er een hotel van te maken. Esther en Abraham vonden er een heel ander Sal Rei dan het wat verpauperde plaatsje wat het nu is. Sal Rei had destijds een bloeiende handelshaven, waar de schepen uit en naar Zuid-Amerika en het vaste land van Afrika af en aan gingen. Ook de familie Benoliel ging het voor de wind: binnen enkele jaren hadden ze al grote economische en sociale invloed op het eiland.
De komst van de Joden in Kaapverdië kent twee golven. De eerste kwamen in de 15e eeuw. Op de vlucht voor de Jodenhaat in Portugal, soms vrijwillig, maar de meesten zijn gedeporteerd door de overheid, koning Manuel I vond Joden een ‘ongewenst onderdeel’ in Portugal. De tweede golf kwam halverwege de 19e eeuw. Dit waren voornamelijk migranten uit Marokko en Gibraltar. Net als hun voorgangers, begonnen ook zij hun eigen handelsbedrijven en gaven de lokale economie een flinke boost.
Na een mooi leven, werden Esther en Abraham in Sal Rei begraven, naast de door hen opgerichte Fatima kerk. De kerk bestaat nog steeds, maar is nu niet meer dan een ruïne. Dat verklaart het feit dat wij de graven (en de kerk) niet hebben kunnen vinden. Het is zeker iets waar ik de volgende keer nog eens naar ga zoeken. Tevens heeft Hotel Migrante een bibliotheek, die waarschijnlijk nog heel wat meer inspiratie tot ontdekken kan bieden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten