zondag, juni 30, 2013

Everybody Dance Now

De Anglicaanse dominee Kate Bottley is een grote fan van stand up comedy. Ze doet er dan ook alles aan om haar diensten minder saai te maken en zo een groot aantal mensen naar de kerk te trekken. Onlangs werd ze wereldberoemd door een filmpje, dat op internet circuleert, van een van haar huwelijksvoltrekkingen.

Gary en Tracy Richardson trouwden in de St. Mary en St. Martin's kerk in het Engelse Blyth. Na het ja-woord wist Kate de hele kerk aan het dansen te krijgen met de jaren 90 hit Everybody Dance Now. Nadat het nummer door de kerk weerklonk en de dominee samen met het bruidspaar begon te dansen, duurde het niet lang voor de hele kerk volgde. Slechts twee oudere vrouwen waren not amused en stapten resoluut op.

Ik denk dat het goed gezien is van Rev Bottley, de ontkerkelijking viert hoogtij, en misschien kan het door dit soort diensten een halt toe worden geroepen. Kerkdiensten worden over het algemeen als oersaai gezien, en komt dit niet voor een groot deel doordat ze al eeuwen vrijwel onveranderd zijn? Het pas gewoon niet meer bij mensen van nu. Wie heeft toch verzonnen dat geloofszaken altijd plechtig en oubollig moeten zijn? Wie weet nu immers zeker of er een God bestaat, en zo die al zou bestaan, wat hij zou willen?

dinsdag, juni 25, 2013

Oud Egyptisch beeld draait rondjes in museum

De conservatoren van het Manchester Museum staan voor een raadsel, een oud Egyptisch beeld van Neb-Sanu uit 1800 v.Chr. lijkt uit zichzelf te bewegen. Het beeldje, dat in een vitrine staat, verplaatst zich 180 graden rond zijn as, zonder dat er ook maar iemand in de vitrine is geweest. Het beeldje stond op een dag plotseling omgekeerd in de kast, waarop men besloot een camera te plaatsen; hierop is het draaien duidelijk te zien. Neb-Senu stond daarvoor al 80 jaar onbeweeglijk in het museum, en werd gevonden in de graftombe van een mummie. Natuurlijk kunnen er andere oorzaken zijn; zo zouden trillingen via de vloer het beeldje kunnen doen bewegen, het draait immers enkel overdag. Wat de oorzaak ook is, een publiekstrekker is het zeker, en dat kan een museum in deze tijd goed gebruiken. Het is dan ook wachten tot een schutter op de Nachtwacht de trekker nog eens over zal halen.

zondag, juni 23, 2013

Leros II

Leros heeft een aantal mooie bezienswaardigheden. Meest in het oog vallend is het kasteel/ fort, de Kastro Panteli. Het ligt bovenop de Pitiki berg. De Kastro is het oudste kasteel van Leros. Als je het fort helemaal afdaalt, is er nog een verborgen kapelletje, wat zo te zien aan de afgekloven kaarsen en de wierook nog in gebruik is.


Volgens een legende stond er in het munitiedepot van het fort plotseling een icoon van Maria Panagia met twee brandende kaarsen er naast. Tijdens de Turkse bezetting deed men er alles aan om van het icoon af te  geraken, maar dat lukte op miraculeuze wijze niet. Op de plaats waar men het icoon vond is later een kerk gebouwd.

Langs de weg naar de burcht staan nog diverse oude traditionele molens, welke behoorlijk goed gerestaureerd zijn. Helaas waren ze allen gesloten, dus stond ik weer als vanouds aan dichten deuren te morrelen. Dan maar naar het beroemde oorlogsmuseum. Helaas, op Leros zijn alle musea van 13.00 uur tot 18.00 uur gesloten, dus ook daar stonden we wederom voor een dichte deur.

dinsdag, juni 18, 2013

Leros

Leros ligt op nog geen half uur varen van Telendos (dan moet je wel met de snelle boot Telendos Star van Yiannis Galouzis gaan), toch waren wij er nog nooit geweest. Deze keer besloten we toch eens te gaan kijken.

Eigenlijk staat Leros in heel Griekenland bekend om de psychiatrische inrichting die er is, maar liefst een derde van de inwoners werkt er in de psychiatrie. Daar merk je natuurlijk helemaal niets van als je er bent. Bovendien zijn er zoveel mooie dingen te zien, dat het Leros enorm tekort doet, om het eiland slechts te reduceren tot de inrichting.

Gezien mijn angst voor het rijden in de bergen, had iedereen ons verzekerd dat de wegen recht en plat waren. Gelukkig waren Michael's ouders er ook, zodat Michael's vader in de vooraf gehuurde auto kon rijden, want Leros is alles behalve plat. Het is er wel vrij rustig en het eiland heeft een heel eigen, vriendelijk karakter. Groot is het niet: Leros heeft een oppervlakte van 53 km2 en heeft 8130 inwoners. De hoofdstad is Agia Marina. dat samengevoegd is met de twee dorpen Platanos en Pandeli

Een van de bezienswaardigheden op Leros is het kasteel met het Panagia Kera klooster uit 1300. Er is een kerkelijk museum bij met prachtige iconen en een oud Grieks byzantijnse collectie. Als je de berg op komt word je gelijk begroet door een allervriendelijkste vrouw, die graag wil dat je het kerkje bezoekt. Het is zeker een aanrader om dat even te doen; naast dat het kerkje schitterend is ingericht, vind je er het graf van Gabriela Papayannis (1897-1992), een bijzondere vrouw, die de laatste jaren van haar leven op Leros woonde.

Gabriela heeft een bewogen leven achter de rug, waarin zij veel reisde om de allerarmsten te helpen, onder andere in India. Zij was ook non, maar had slechts enkele medezusters om zich heen. Door haar uitspraken, eigen manier van geloven en eenvoudige manier van leven, heeft zij wel een grote, wereldwijde, spirituele gemeenschap om zich heen gecreëerd. Gabriela heeft wel enkele wonderen op haar naam staan (zo genas ze zelf spontaan van non-Hodgkin), toch vond zijzelf dat de liefde voor het geloof het allerbelangrijkste in haar leven was. Ze heeft nooit een klooster gesticht, maar heeft wel duizenden mensen in haar leven geraakt.

Wordt vervolgd.


woensdag, juni 12, 2013

Nieuw op Telendos

Misschien is het leuke van Telendos wel dat er zelden iets veranderd. Het is goed als het is en wij, samen met diverse anderen, vinden het er heerlijk. Deze keer waren er zowaar drie vernieuwingen op het eiland: een bankje voor wachtenden op de boot, een klok/ bord bij de boot en een drinkwaterapparaat.






zondag, juni 09, 2013

Zusters Birgittinessen Uden

Op 27 maart1711 verkoopt de prior van de kruisheren te Uden het klooster Vorstenburg voor zestienhonderd gulden aan Theodoria Alexia de Haen, priorin van het birgittijnse klooster Marienwater bij Rosmalen. De abdij kreeg een nieuwe naam: Maria-Toevlucht of Maria Refugie. Vanaf 1974 vestigt zich het Museum voor Religieuze Kunst in een van de bijgebouwen. Het museum is in de loop der jaren aanzienlijk uitgebreid, maar er wonen nog altijd zusters birgittinessen in de abdij.

De ingang van het museum bestaat uit een bronzen deur met zes voorstellingen van het leven van Birgitta Birgersdotter, rond 1302 werd zij in Zweden in een invloedrijke familie geboren. Het verhaal gaat dat zij al voor haar geboorte onder bescherming stond van God. Zowel haar moeder als grootmoeder kregen een visioen, dat de komst van een bijzondere nakomeling aankondigde.Toen Birgitta tien jaar was zag zij een verschijning van de gekruisigde Christus. Dit veranderde haar leven: ze ging zich verdiepen in het lijden van Christus en wilde het klooster in. Helaas werd zij door haar vader uitgehuwelijkt, waarop ze ook nog eens zes kinderen kreeg. Haar man was ook heel vroom, dus samen zetten zij zich in voor de armen.

Na de dood van haar echtgenoot kreeg Birgitta een visioen om een nieuwe kloosterorde te stichten. En zo begon in dat jaar nog de bouw van het eerste birgittijnse klooster. In de visioenen kreeg zij, toen al, herhaaldelijk gegevens door over missstanden in de Rooms-Katholieke Kerk, samen met haar dochter zette zij zich in tegen verloedering van de kerk. De stichting van haar eigen orde maakte zij niet meer mee. Haar dochter Katarina ontving goedkeuring voor de birgittijnse orde in 1378.

De birgittijnse zusters zijn te herkennen aan hun grijze habijt, zwarte sluier en de birgittijnse kroon; die bestaat uit twee gekruiste witte linnen banden in een ring, op de raakvlakken bevinden zich vijf rode stippen die symbool staan voor de vijf wonden van Christus.

Vanzelfsprekend wilde ik de zusters heel graag ontmoeten. Een uitgelezen kans was de dagelijkse opening van de kapel om 15.00 uur. Bij binnenkomst hoorden wij prachtige gezangen van de zusters. Helaas waren de zusters onzichtbaar, achterop een balkon geposteerd. Het museum is geheel afgezonderd van de abdij, dus helaas heb ik geen zuster in levende lijve gezien en moest ik het met wat foto's in het museum doen.

vrijdag, juni 07, 2013

Museum voor Religieuze Kunst Uden

Het Museum voor Religieuze Kunst in Uden biedt een zeer gevarieerde collectie, er zijn zowel middeleeuwse werken te bewonderen als moderne religieuze kunst. Een belangrijk deel van de collectie dankt het museum aan haar ligging in een omgeving waar steeds meer abdijen de deuren sluiten; de overgebleven voorwerpen komen dan in het museum in Uden terecht. Daarnaast heeft het museum ook veel objecten in bruikleen.

Een van de geleende objecten is het beeld van de gestorven Christus. Elk jaar op Witte Donderdag komen de zusters van Maria Refugie het Christusbeeld ophalen. Het beeld blijft dan tot na Pasen in de abdij, waar het staat opgebaard in de centrale gang. De meditatie over het lijden van Christus speelt een grote rol in het geestelijk leven van de birgittijnse orde.

Het museum heeft ook een prachtige kruidentuin, over liever gezegd, had. Het museum drijft op vrijwilligers. Zoals een vrijwilligster in de kerk in Uden diezelfde middag al tegen ons zei: "Zonder vrijwilligers doe je niets". Nou dat hebben ze in het museum in Uden geweten; de eens zo mooie kruidentuin is totaal verknipt. De heggen zijn ongelijk en helemaal verdord. Zonde, maar ja het was vast heel goede bedoeld van de betreffende vrijwilligers. De tuin is een hortus conclusus en wordt omsloten door een monumentale 18e eeuwse muur.

Een populaire afdeling binnen het museum is de afdeling volksdevotie. Hier zijn diverse beelden, snuisterijen en relieken tegen ziekten te bewonderen. Allemaal stukken die bij mensen thuis vandaan komen. Zo te zien zijn/ waren er in Brabant vele mensen die een bezoekje aan Lourdes hebben gebracht.



dinsdag, juni 04, 2013

Groot Kasteel in Deurne

Voor de brand
Deurne heeft (had) een prachtig kasteel, gelegen aan het Haageind. Helaas is daar momenteel niet veel meer van over dan een ruïne. Er zijn ooit plannen geweest voor herbouw maar, net als bij het kasteel van Almere, is van deze bouwplannen nooit veel terecht gekomen. In het enige kamertje dat nog overeind staat, is jongeren sociëteit Walhalla gevestigd. Waarschijnlijk is het door hen dat de achterkant van het kasteel/ de ruïne nu ontsierd wordt door een lelijk toiletgebouw.

Na de brand
Het kasteel is rond 1460 gebouwd als een gotisch vierkant met invloeden van de renaissance, gesticht door de "Heren van Doerne" In 1653 en in het midden van de 18e eeuw is het kasteel verbouwd. De gevangenis bevond zich in de kelder van het kasteel. Bij de restauratie in 1908 zijn gedeelten weer afgebroken. Bij de bevrijding van Deurne in 1944 is het kasteel door brand grotendeels verwoest. De ruïne werd in 1952 verstevigd.

De ontsierde achterkant

zaterdag, juni 01, 2013

Museum De Wieger

Museum De Wieger in Deurne is het voormalige woonhuis met praktijkruimte van de zeer veelzijdige Hendrik Wiegersma (1891-1969); hij was zowel huisarts, schilder, kunstenaar als schrijver. In 1972 is het pand aangekocht door de gemeente Deurne en verbouwd tot een museum. Het museum kreeg de naam De Wieger, naar de bijnaam die Wiegersma's patiënten hem uit genegenheid hadden gegeven.

Het huis is in 1922 gebouwd en werd ontworpen door de Helmondse architect Cor Roffelsen in een wonderlijke Oudhollandse stijl met elementen uit de neorenaissance. Later zijn er er aan de tuinkant nog twee ateliers bijgebouwd als werkruimtes om te schilderen. In de jaren dertig van de vorige eeuw was het doktershuis trefpunt voor talloze kunstenaars en intellectuelen. Wiegersma stond bekend om zijn onconventionele gedrag en zijn bijzondere omgang met mensen. In het museum zijn nog diverse foto's gezien van deze ontmoetingen. Wiegersma behandelde iedereen gelijk en liet ze naar draagkracht betalen. De pastoor stond bovenaan de lijst met mensen die hij in het geheel niet wenste te behandelen.

In het museum is werk van Wiegersma zelf te zien en diverse andere schilders uit het interbellum, onder wie Otto van rees, Moissy Kogan en Piet Wiegman. Het grappige is dat het huis geheel ingericht is als museum, maar het toch de sfeer uitstraalt van een woonhuis. Je voelt bijna de aanwezigheid nog van de mensen die er woonden. In het atelier ze je Wiegersma bijna zelf nog zitten. Toen wij het museum in mei bezochten was er de tentoonstelling Figuratief expressionisme uit de collectie Govers te zien. Het was een eclectisch samengestelde collectie, niet gegroepeerd rond een bepaald thema.

De vierde zoon van Wiegersma, Friso, schreef het Tuinpad van mijn vader, het bekende lied van Wim Sonneveld. Het is een nostalgische weergave van zijn emoties bij het weerzien van het door modernisering onherkenbaar geworden Deurne. Het pad naast Museum De Wieger heet sinds 2008 officieel Het tuinpad van mijn vader.

Thuis heb ik nog een ansichtkaart
waarop een kerk, een kar met paard
een slagerij J. van der Ven

Een kroeg, een jufrouw op de fiets
het zegt u hoogst waarschijnlijk niets
maar het is waar ik geboren ben

Dit dorp, ik weet nog hoe het was
de boerenkinderen in de klas
een kar die ratelt op de keien

Het raadhuis met een pomp ervoor
een zandweg tussen koren door
het vee, de boerderijen

En langs het tuinpad van mijn vader
zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat het nooit voorbij zou gaan

Wat leefde ze eenvoudig toen
in simpele huizen tussen groen
met boerenbloemen en een heg

Maar blijkbaar leefden ze verkeerd
het dorp is gemoderniseerd
en nou zijn ze op de goeie weg

Want ziet hoe rijk het leven is
ze zien de televisiequiz
en wonen in betonnen dozen

Met flink veel glas dan kun je zien
hoe of het bankstel staat bij Mien
en het dressoir met plastic rozen

En langs het tuinpad van mijn vader
zag ik de hoge bomen staan
Ik was een kind en wist niet beter
dan dat het nooit voorbij zou gaan

De dorpsjeugd klit wat bij elkaar
met minirok en beatle-haar
en joelt wat mee met beat-muziek

Ik weet wel, 't is hun goeie recht
de nieuwe tijd, net wat u zegt
maar het maakt me wat melancholiek

Ik heb hun vaders nog gekend
ze kochten zoethoud voor een cent
ik zag hun moeders touwtjespringen

Dat dorp van toen dat is voorbij
dit is al wat er bleef voor mij
een ansicht en herinneringen

Toen ik langs het tuinpad van mijn vader
de hoge bomen nog zag staan
ik was een kind, hoe kon ik weten
dat dat voor goed voorbij zou gaan