In Senegal zijn we erachter gekomen dat het herdenken van de slavernij daar heel anders aan toegaat dan in het westen. Een land dat op zo'n grote schaal met deze gruwelijke praktijken te maken heeft gehad als Senegal, gaat op (voor ons) heel vreemde wijze om met dit fenomeen.
Eigenlijk is het ook niet zo vreemd. Bij ons moet alles altijd onder het vloerkleed gestopt worden en dus is herdenken vaak de gruwelijkheden verstoppen achter bloemenkransen en stemmige muziekjes op daarvoor vastgestelde dagen. Het is niet voor niets dat Zwarte Piet tegenwoordig schandelijk wordt bevonden. In Senegal waar ze het grootste slavenmonument ter wereld hebben (Gorée), staan door het hele land houten slaven op denigrerende wijze, bloot en bezig met vernederende taken, tentoongesteld.
Het gekke is dat het geen herinneringsbeelden leken, maar eerder decoratiestukken. Zo stonden er in ons hotel verschillende houten slaven, in blote kont, prominent in de lobby van ons hotel. De houten beelden hadden ook nog eens karikaturale trekken, die in de verste verte niet leken op de Senegalezen.
Je kon niet in de lobby gaan zitten (de enige plaats met een redelijke internetverbinding) zonder dat je met plaatsvervangende schaamte naar de beelden moest kijken. In het midden van de lobby stond een grote waterput, waar de beelden her en der omheen stonden. Maar misschien is dat nu juist ook wel weer heel sterk, dat je schaamte krijgt door de tastbare herinnering. Is dat niet beter dan Zwarte Piet verstoppen onder een paarse of groene ontkenningslaag?
Hoewel een gids ons vertelde dat niet de blanken de oorzaak van de slavernij waren, maar de lokale koningen, omdat die bijvoorbeeld luxe producten als sigaren en dure drank ruilden voor sterke mannen uit hun eigen stam. Tja voor elke gruweldaad zijn natuurlijk altijd meerdere schuldigen aan te wijzen. Dan krijgen we de aloude vraag, wie is schuldiger, de dader of de meeloper?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten