Op de luchthaven op Kos wilden we een boek kopen. Op zich een niet al te moeilijke handeling, ware het niet dat we bij de kassa kwamen en deze onbemand was. Niet alleen de kassa was onbemand (en niet op slot), maar in de hele winkel was geen personeel te bekennen. Nu wilden we dat boek perse kopen en dus bleven we maar wachten tot er iemand zou komen. Achter ons sloten zich steeds meer mensen aan in de rij, maar nadat er bijna een half uur verstreken was stonden alleen wij nog te wachten. Om zomaar met het boek weg te lopen leek ons niet een handige keuze op een zwaar bewaakte luchthaven. Dan maar naar de buren om navraag te doen, maar ook alle buurwinkels bleken open maar onbemand.
Na verloop van tijd begon te telefoon bij de kassa te rinkelen, niet een keer maar achter elkaar, het hield niet op. Dit was misschien onze kans om naar een cassiere te vragen, dus nam Michael de telefoon op. De man aan de andere kant van de lijn was met stomheid geslagen en vroeg waar Olga was. Hij wilde haar spreken en kon niet geloven dat ze niet in de winkel was. Hij bleef maar vragen stellen en begon het steeds vreemder te vinden wat Michael daar deed. Uiteindelijk leek het of hij dacht dat Michael Olga gegijzeld hield.
Na nog wat gewacht te hebben kwam Olga gehaast aanzetten, die had gewoon koffiepauze gehad. Zij begreep niet waar alle commotie om was. Na het boek afgerekend te hebben maakten we nog een wandelingetje om de tijd te doden.
Toen we wederom langs de winkel van Olga kwamen zagen wij dat Olga net werd ondervraagd door een politieagent en dat er tevens nog 3 agenten in haar winkel stonden.
Wij zijn maar stilletjes voorbij gelopen en snel door de douane geslopen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten