vrijdag, oktober 24, 2008

Hindoeïsme en The Natural Law Theory

Is de Natural Law Theory toepasbaar op het hindoeïsme?

Natural Law Theory en hindoeïsme
Centraal in de Natural Law Theory staat dat de mens met behulp van de rede de capaciteit heeft uit te vinden wat het juiste is. In de wereld zijn bepaalde morele feiten ingebouwd en door de rede te gebruiken kan de mens deze morele feiten ontdekken en uitwerken.
Deze theorie werd voor het eerst ontwikkeld in de filosofie van Aristoteles (484-322 v. Chr.). Later is deze theorie uitgewerkt door Thomas van Aquino (1225-1274).[1]

Binnen het hindoeïsme vinden we ethiek vooral in het varnasramadharma schema, het sociale schema in het hindoeïsme dat gebaseerd is op een indeling van de samenleving in vier kasten en vier levensstadia [2]. Er zijn morele regels passend bij elke kaste en bij elk levensstadium. Daarnaast is de hindoe notie van dharma (juist handelen, wet, religie) een bron van morele regels. De normen en waarden die iemand moet aannemen hangen dus samen met geboorte, leeftijd, geslacht en kosmische plaatsing. [3] Dit betekent dat juist handelen voor de een niet aangewezen hoeft te zijn voor de ander. Bijvoorbeeld seks is voor de student niet toegestaan, maar voor het gezinshoofd wel. Deze ethiek is gestoeld op de eeuwige wetten van het universum. Men gelooft in reïncarnatie. Elke handeling in het leven geeft karma, positief dan wel negatief. Het resultaat van dit opgebouwde karma zorgt voor de plaats die men heeft in het volgende leven. Moraliteit is gerelateerd aan karma.

De 4 soorten wetten die Thomas van Aquino in zijn theorie noemt( Lex aeterna, Lex divina, Lex naturalis Lex humana), kunnen we ook terugvinden in het hindoeïsme. Brahman en vele andere goden hebben de universele weten gemaakt en ervoor gezorgd dat er diverse geschriften (o.a. de Vedas) geopenbaard zijn waarin deze wetten kenbaar worden gemaakt aan de mens. De morele principes zitten in de menselijke natuur, het hindoeïsme heeft dit daarbij sterk uitgesplitst naar levensstadium van de mens en geboorte. Dit laatste is een groot verschil met de (christelijke) theorie van Thomas van Aquino, daar daarin elk mens gelijk wordt geboren.

Het moral absolutism is ook toepasbaar op het hindoeïsme, er zijn bepaalde handelingen altijd, onder elke omstandigheid fout, zoals het doden van een mens, het doden van een koe, en het drinken van alcohol.
Met essentialisme rijzen er problemen op. Ogenschijnlijk is dit gemakkelijk toepasbaar, ook binnen het hindoeïsme heeft alles een bepaalde essentiële natuur en ook een thelos. Maar binnen het hindoeïsme wordt de mens op een bepaalde plaats geboren, en is er weinig ruimte om de dingen anders aan te pakken. Men leeft volgens de doelen die passen bij de levensfase en kaste waarin men geboren is. Wel kan men de daarbij passende doelen zo uitvoeren, dat men in een volgend leven beter geboren wordt.
De zaken die Thomas van Aquino essentieel vond voor mensen (leven, voortplanting, kennis en sociabiliteit) zijn, vanzelfsprekend ook van toepassing op de hindoe.
Het Principle of Double Effect is niet van toepassing op het hindoeïsme. Elke handeling in een leven geeft karma, positief dan wel negatief. Het resultaat van dit opgebouwde karma zorgt voor de plaats die men heeft in het volgende leven. Het hindoeïsme is mechanisch; er hoeft niet gekeken te worden of iets dat niet is toegestaan onder bepaalde omstandigheden toch geoorloofd zou zijn. Er zijn regels en daar dien je je aan te houden. Wijk je daarvan toch af dan ervaar je de gevolgen daar zelf van; ontwikkeling van slecht karma met als gevolg lagere wedergeboorte.

Conclusie
De Natural Law Theory is uitgewerkt in de christelijke traditie en moraliteit is een kwestie van waarheid en ontdekken. Dit zelfde geldt voor het hindoeïsme. Toch is het niet eenvoudig de Natural Law Theory op het hindoeïsme toe te passen. Het hindoeïsme heeft zo een andere visie dan het christendom, dat vergelijkingen alleen artificieel te maken zijn.
De overeenkomsten die er wel zijn hebben vooral te maken met universele normen en waarden die voor alle mensen gelden. De gevolgen van het niet juist handelen zijn echter in het hindoeïsme anders, omdat men gelooft in wedergeboorte op korte termijn, in plaats van opstanding op de Dag des Oordeels.
Als moraliteit alleen een kwestie zou zijn van waarheid en ontdekken, waarom is deze dan zo verschillend per religie? Mijns inziens komt dit doordat religie zeer nauw verbonden is met cultuur. Verschillende culturen ontwikkelen andere morele systemen. Uit de toepassing van de Natural Law Theory op het hindoeïsme is gebleken dat het toepassen van een christelijk moreel systeem op een oosterse religie op veel problemen stuit, waarbij de cultuur een grote rol speelt.

[1] Ian S. Markham, Do Moral Matter?, Oxford:Blackwell Publishing, 200, blz. 45.
[2] Klaus K. Klostermaier, A Survey of Hinduism, Albany: State Universityof New York Press, 1994, blz. 172.
[3] Arvind Sharma, The Hindu Tradition, Handbook of the Religous Traditions and Healthcare Decisions, Illinois: The Park Ridge Center, 2002, blz. 4.

Geen opmerkingen: