Als voorbeeld voor het vreedzaam samenleven van moslims, christenen en joden noemde het Amerikaanse staatshoofd "al-Andalus", de naam die de moslims aan het Iberische schiereiland gaven waarover zij (over grote gebiedsdelen) bijna 800 jaar hebben geheerst. De bloeitijd van het kalifaat van Cordoba was in de tiende eeuw. Maar tijdens zijn rede situeerde Obama die ten tijde van de inquisitie die in Spanje de kop opstak in 1478, onder het bewind van Ferdinand en Isabella.
Ach dat foutje is tot daar aan toe, maar een sterk voorbeeld van vreedzaam samenleven vind ik het evenmin. Het Iberisch schiereiland stond in die tijd onder heerschappij van de moslims. Het is waar dat de joden daarvoor door de christenen veelal verplicht werden te bekeren tot het christendom. Toen de moslims aan de macht waren, kwamen er duidelijke verhoudingen, omdat onder islamistische heerschappij de status van niet-moslims wordt bepaald; wie zich niet bekeert tot de islam wordt dhimmi onderdaan van de islamistische staat. Een dhimmi geniet wel een zekere bescherming van de staat en is het toegestaan de eigen religie te beoefenen. De status van joden en christenen was dus gelijk geworden, zij waren overwegend dhimmi. Het was de dhimmis toegestaan recht te spreken volgens de eigen religie, doch slechts als het om zaken ging binnen de eigen gemeenschap, zo gauw er moslims bij betrokken waren gold het islamitische recht.
Een overheersing kan volgens mij nooit een vreedzaam samenleven brengen, daar in het woord vreedzaam voor mij toch altijd nog een bepaalde vorm van vrijwilligheid ligt besloten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten