En wat bleek, niets is minder waar. Er is geen eiland waar zoveel te doen is als op Vlieland, maar je moet het wel zien (en liefst niet vanaf een Batavus). De nors overkomende mensen (die uiterst vriendelijk en humoristisch zijn,) de overweldigende natuur, de cultuur en vooral de sfeer, die je direct beetgrijpt en als een warme deken omhult. Ook uitgaan en winkelen is geen probleem. Er zijn geweldige boetiekjes met de meest prestigieuze merken die elders moeilijk te vinden zijn. Michael vond zelfs de Kipling portemonnee in de kleur waarnaar hij al zo lang op zoek was.
Al lijkt het eiland geisoleerd (bij springtij loopt de helft van het onbewoonde gedeelte van het eiland onder water), toch zijn de bewoners dat allerminst. Op de boot, in het hotel, overal is draadloos internet. En daarbuiten vermaken de inwoners zich ook uitstekend; aan goede restaurants en gezellige cafe's is geen gebrek, er is een bibliotheek en er zijn zelfs twee musea.
Na een grandioos diner in Restaurant de Wadden (supervis en vriendelijk personeel, dat nog het hele verdere weekend naar ons bleef zwaaien en groeten) was het tijd voor een merkwaardig cultureel fenomeen; een Shanty avond. Wij konden ons daar weinig bij voorstellen, maar je moet het toch een keer meemaken. En het viel niet tegen. Het Vlielandse folkduo Drijfhout zong samen met een een aantal genodigden zeemansliederen, shanties en folk. Het was een soort spontane samenzang met viool, etc. In ieder geval past het helemaal in de sfeer van het eiland. Nog nazingend liepen wij terug naar Char.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten