Veiligheidsadviseur generaal James L. Jones staat niet bekend om zijn humor, meestal kiest hij zijn woorden zorgvuldig en brengt ze op een monotone wijze naar buiten. Een mens is echter nooit te oud om te veranderen, en daarom besloot Jones zijn speech, voor het 5-jarige jubileum van The Washington Institute for Near East Policy, eens met een mop te beginnen. En dat was volgens velen geen succes.
Dit is de mop:
Een Taliban militant verdwaalt en loopt rond in de woestijn, op zoek naar water. Uiteindelijk komt hij een winkel tegen, gerund door een jood, en vraagt om water.
De joodse verkoper zegt hem dat hij geen water heeft maar hem wel een stropdas kan verkopen.
De Taliban begint te vloeken en te schelden. De jood blijft onbewogen en vertelt de militant dat er achter de heuvel een restaurant is, zij verkopen vast water.
De Taliban blijft vloeken en schelden, maar vertrekt toch naar de heuvel. Een uur later staat hij weer op de stoep van de winkel, hij gaat naar binnen en zegt tegen de verkoper: "Je broer zei mij dat ik een stropdas nodig heb om het restaurant binnen te mogen".
Alhoewel er wel werd gelachen en geapplaudisseerd na de mop, zijn er toch velen die de mop misplaatst vinden. Het Washington Institute is een onafhankelijke denktank, en Pro-Israël. Het is opgericht door joodse geldschieters. Woordvoerders gaven aan dat de grap erg ongevoelig is. Stel je voor dat er een zwarte mop verteld zou worden op een evenement voor Afrikaanse Amerikanen? Of je het nu leuk vindt of niet is een kwestie van smaak, in ieder geval is de mop niet te zien op de video's die het Witte Huis naar verslaggevers heeft gestuurd; daarop begint de toespraak van Jones pas na het gevoelige fragment.
Bron
Haaretz
Labels: James L. Jones, veiligheidsadvisuers, joodse mop, Taliban, Witte Huis, The Washington Institute for Near East Policy, Israel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten