Op zich was het hotel super luxe. Er logeerden echter slechts Japanners, Chinezen en Koreanen die zich enorm onbeschoft gedroegen. De Khmers deden er echter alles aan om het de Chinese boeren naar de zin te maken. Zo was er een gigantisch Karaoke complex waar je Karaoke kamers kon huren voor 1 persoon tot 100 personen. Bij het ontbijt ontbrak het brood, dit was vervangen door een rijsttafel, echter wel een met ondefinieerbare onderdelen. De Aziaten schijnen ook nogal veel spullen mee te nemen van de hotelkamers, wat niet werd getoleerd, want er hing op elke kamer een prijslijst met letterlijk elk onderdeel van de hotelkamer erop, tot de wc pot aan toe.
Battambang is niet toeristisch, het is echter niet moeilijk te verzinnen hoe dit komt, de stad is lelijk, stinkend en vies. Het enige fatsoenlijke restaurant is hier van een Amerikaan, het Gecko café. Al staat dit in de Lonely Planet en wordt het dus druk bezocht door de weinige toeristen die er nog wel komen. Onze tuktuk rijder had echt geen idee waar het te vinden was (dit terwijl wij het adres hadden en dit een hoofdstraat in het centrum bleek te zijn). Leuk was wel dat wij zo direct een rondtour kregen door Battambang en een groot gebied er omheen.
Het goede aan het Gecko café is niet alleen het uitstekende eten, maar ook dat het hier wemelt van het personeel, dit zijn allemaal straatkinderen die hier een gratis horeca-opleiding krijgen en bij gebleken geschiktheid ook een vaste baan.
De volgende dag zouden we het platteland rondom Cambodja bezoeken, samen met een vers laken in Camry en een nieuwe gids.
Labels: Battambang, Gecko, cafe, straatkinderen, tuktuk, Lonely Planet, hotel Battambang I, Toyota Camry
Geen opmerkingen:
Een reactie posten