Na een lange rit over bergweggetjes en langs slaperige dorpjes kwamen we bij het Bratanmeer op 1200 meter hoogte. In het meer staat een Hindoe-boeddhistische tempel op eilandjes. Iets verwijderd van complex staat een
moskee. Deze plaats wordt in de volksmond dan ook wel het gebied van de verdraagzaamheid genoemd.
De Enige moslims die te zien waren, waren
moslima’s die paraplu’s verkochten. De tempel uit de 17e eeuw is dan ook opgedragen aan Dewi Danu, de
godin van het water. Ceremonies die hier worden uitgevoerd zijn bijna allemaal
bedoeld om te zorgen dat er genoeg water zal zijn voor Balinese boeren. Dat
lijkt te lukken, het regent in het gebied onafgebroken. Ter verhoging van de
feestvreugde hebben ze er nog wat dieren in kooitjes, zoals een hert.
Het gebied wordt vaak Bedegul genoemd, maar strikt gesproken
is dat het eerste dorpje als je de berg opkomt. Door het vochtige, mistige
klimaat is dit gebied erg geschikt voor de aarbeienteelt, deze vindt hier dan ook op grote schaal plaats.
Op de terugweg naar Ubud bleek dat er wat teveel gebeden was tot de watergodin, en hadden we beter een boot gehad dan een auto.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten