Begijnen woonden aan de rand van de stad en legden slechts tijdelijke geloften van kuisheid en gehoorzaamheid af. In tegenstelling tot kloosterlingen waren zij niet gehouden aan de regel van armoede en konden zij persoonlijke goederen en inkomsten bezitten. Voor de rest voorzagen zij in hun levensonderhoud via schenkingen die aan het begijnhof gedaan werden. Ze haalden ook inkomsten uit onderwijs, ziekenzorg, handenarbeid zoals borduren, naaien, wassen en spinnen.
Het Groot Begijnhof werd begin 13de eeuw gesticht, buiten de toenmalige stadsmuren. De oudste huizen dateren uit de 16de eeuw, toen de oorspronkelijke lemen woningen in steen herbouwd werden. Sommige van de 72 huizen werden genoemd naar een heilige of naar een gebeurtenis uit het testament. De Sint-Jan-de-Doperkerk is vroeggotisch: een gedenksteen in de rechtersteunbeer vermeldt 1305 als bouwjaar. Bij de afschaffing van het begijnhof in 1795 leefden er 198 begijnen. De welgestelden onder hen beschikten over een particuliere woning. Armere begijnen leefden samen in 'conventen', gemeenschapshuizen. Voor de zieke en arme oude begijnen was er een infirmerie.
Het Groot Begijnhof is een aaneenschakeling van straatjes, pleintjes, tuinen en parkjes, met tientallen huizen en conventen in traditionele bak- en zandsteenstijl. Dit stadje werd tussen 1964 en 1989 gerestaureerd door de K.U.Leuven, die de site in 1962 had gekocht van de toenmalige Commissie van Openbare Onderstand. Tegenwoordig wonen er studenten en universiteitsmedewerkers. De kerk werd in erfpacht gegeven aan de K.U.Leuven. De oude infirmerie wordt ingenomen door de Faculty Club, een ontmoetingscentrum voor het personeel van de K.U.Leuven.
1954 werd door de oprukkende brouwerij 'Stella Artois' de infirmerie afgebroken. Toen 10 jaar later ook het begijnhofplein door deze brouwerij werd ingepalmd, verloor het begijnhof een groot deel van zijn eigenheid. In 1974 werd het 'Klein Begijnhof' beschermd als monument, waarop het OCMW een grondige restauratie opstartte. Ongeveer de helft van de huizen werd verkocht en is nu in particuliere handen. Helaas biedt de brouwerij met zijn oude fabrieksgebouwen geen fraaie achtergrond, het oude stinkende urinoir aan het begin nog minder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten