Doordat mijn geliefde La Vie vol was, was ik afgelopen week genoodzaakt toch weer eens een nieuw logeeradres te proberen in Nijmegen. Wederom werd het Groesbeek; Hotel de Oude Molen deze keer.
Je komt er binnen in een café vol oude, kaartende en biljartende mannen die in een interieur zitten conform kun leeftijd. Wel was de ontvangst allerhartelijkst. Met de moed der wanhoop liep ik achter de vriendelijke gastheer aan die mij mijn kamer zou wijzen. En ik moet zeggen dat viel niet tegen; een zeer ruime, schone kamer, daar was niets mis mee. Nu had ik geluk want het was afgelopen week bijzonder rustig, mij kwam ter ore dat het normaal behoorlijk druk was met twee groepen (toch naar mijn idee wat duistere types); de ene bezoekersgroep bestaat altijd uit wandelaars die het Pieterpad lopen ( het hotel ligt langs de route) en buiten dat deze nogal alternatief schijnen te zijn baart mij dat weinig zorgen. De andere groep is veel zorgwekkender; dat schijnen Poolse arbeiders uit de bouw te zijn, tot mijn grote geluk hadden die nu feestdagen waardoor ze allemaal naar Polen waren. (ik dacht nog wel dat Polen alleen maar feestdagen kennen) . Binnenkort wordt het Pieterpad omgedoopt tot Pjotrpad.
Toen ik ’s avonds terugkwam was de kaartende grijze groep verviervoudigd (de vergrijzing in Groesbeek gaat wel erg voortvarend), waardoor de deur naar het hotel was geblokkeerd. Gelukkig kon ik via de brandtrap toch nog op mijn kamer komen. Ik heb er heerlijk geslapen en ook het ontbijt viel niet tegen. Bij het weggaan werd ik allerhartelijkst uitgezwaaid door de eigenaar en zijn vriendelijke personeel. Kortom een aanrader dus, maar kijk wel uit in welke periode je dit hotel boekt.
Op de universiteit verliep het deze keer wat minder voorspoedig en hierdoor heeft met name de Ka nogal wat ongemakken ondervonden. Ik reed de, afgesloten, parkeerplaats van de universiteit op, op zoek naar een plek, toen er plotseling uit een parkeervak een levensgrote BMW achteruit kwam gescheurd, in de richting van de Ka. Geschrokken begon ik te toeteren ondertussen de Ka in zijn achteruit manoeuvrerend. Helaas leek de bestuurder van de BMW doof en blind want hij kwam in volle vaart tegen de Ka tot stilstand.
Ik stapte uit en verwachtte de voorkant van de Ka in harmonicavorm te zien, dit viel reuze mee het waren slechts een paar krassen. De bakbeestbestuurder bekende direct schuld (misschien hielp het dat zich direct getuigen spontaan kwamen melden), maar dacht dat de reparatie zo klein zou zijn dat hij het misschien zo wel kon betalen, buiten de verzekering. Ik kreeg zijn gegevens, terwijl hij ondertussen maar bleef roepen dat hij zo betrouwbaar was omdat hij belastinginspecteur was. Nu lijkt mij dat laatste per definitie juist het tegendeel te vertegenwoordigen.
De andere dag ben ik met Ka samen naar de autodokter gegaan en inderdaad viel de schade wel mee. Waarop ik blaaskaak belde om te vragen of hij zou gaan betalen of het toch liever via de verzekering wilde regelen. Hij moest er nog over denken en zou mij binnen een kwartier terugbellen. Natuurlijk deed de “betrouwbare” man dit niet en toen ik terug belde stond zijn mobiel uit! Maar gelukkig kon ik zijn kantoor nog bereiken alwaar ik zijn aanvankelijk vriendelijke, maar na 8 keer terugbellen steeds onvriendelijker, blaaskakensecretaresse aan de lijn kreeg. Kortom na 8 keer bellen en uiteindelijk dreigen met aangifte bij de politie kan ik volgende week het geld op zijn kantoor gaan halen en wordt de Ka weer in oude glorie hersteld. Eind goedsky al goedsky.
3 opmerkingen:
Je mag niet generaliseren maar vertrouw nooit een BMW rijder :)
Dat verband is zeker hetzelfde als dat met die mobieltjes?
BMW-rijders leven inderdaad vaak boven hun stand. Het is een beetje de Rolex onder de auto`s....leuk voor patsers maar wie er echt warmpjes in zit wil er niet mee gezien worden.
Een reactie posten