In Engeland had de egyptoloog William John Bankes zo ook het een ander aan Egyptische schatten thuis staan. Toen hij in de 19e eeuw zijn huis uit moest vluchten en zelfs het land moest verlaten vanwege homosexualiteit (men had hem betrapt met een bewaker in Green Park, Londen) bleef hij vanuit Egypte de spullen naar zijn huis adres sturen. Zo verzamelde Bankes de grootste particuliere privé-collectie Egyptische oudheden ter wereld. Hij had daar ook wel de ruimte voor, want zijn huis, Kingston Lacy genaamd, is niet een van de kleinste.
Sinds zijn dood is Kingston Lacey eigendom van de overheid en men had er tot augustus 2007 voor nodig om Bankes souveniertjes uit te zoeken. Het leukste is dat het meest waardevol (wetenschappelijk gezien) ruim 200 potscherven met inscripties zijn, die in de kelder werden gevonden. Deze inscripties blijken hypotheken en belastingaanslagen te zijn. Ze geven veel nieuwe inzichten over het alledaagse leven in de Egyptische oudheid. Ze hadden op zijn minst algemene belastingen en inkomsten belasting. Verder blijkt dat de boeren het toen ook al moeilijk hadden (of in ieder geval veel klaagden).
Maar liefst 16 aanslagen waren gericht aan Patsibtis, zoon van Petorzmethis (en die kennen we natuurlijk allemaal).
Dat de aanslagen toen nog op potschreven werden geschreven heeft te maken met oudheidkundige bezuinigingen; het was goedkoper dan papyrus of perkament. Na deze gouden tip kunnen we er dus op wachten tot de eerste potscherven ook bij ons in de brievenbus zullen vallen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten