Na het hele parcours kon het busje vertrekken. De Japanners spraken alleen Japans, helaas voor ons want hostess Maggie bleek slechts geinteresseerd in de verkoop van excursies en nu waren wij de enigen die het aan moesten horen (waarschijnlijk waren de Japanners echte talenwonders, maar hadden ze het gewoon veel slimmer aangepakt dan wij).
Ons hotel stond in het moderne stadgedeelte Gueliz. Deze wijk is in 1912 door de Fransen gebouwd en was destijds alleen aan Europeanen voorbehouden. Gelukkig is dit nu anders, wel handig is dat je in dit gedeelte vaste prijzen hebt in de winkels (scheelt heel veel tijd) en er staan nu eenmaal veel hotels. Desondanks zagen we gedurende de 10 minuten durende rit een straatbeeld dat meer uit een decor van El-Cid leek te zijn gekomen.Het verkeer is er een grote warboel, waaruit overal brommertjes te voorschijn komen. Om de nekken van de brommerrijders zagen wij veelvuldig een heel schaap hangen, dit bleek niet door het koude klimaat te komen (het varieert eind december van rond het vriespunt tot zo'n graad of 24), maar was bedoeld als slachtoffer voor het naderende offerfeest. (Aid el Kebir). Ongevallen, vechtpartijen, 10 minuten is genoeg om een hele actiefilm aan je voorbij te zien trekken.
Tussen deze chaos staan in elke straat authentieke gendarmes, die aan hun uniform te zien nog geen van allen in de gaten hebben dat de Fransen al sinds 1955 zijn vertrokken.
Ons hotel Diwane was tegen de verwachting in van binnen een sprookje uit 1000 en 1 nacht. Wij werden vriendelijk ontvangen met een glaasje muntthee en neergezet op een bankstel tegenover de receptie om wat formulieren in te vullen. De drie receptionistes (verborgen werkloosheid), bewogen zich voort als zwanen, kakelden als kippen en staarden ons als 1 zwaan drollig aan, terwijl wij wachtten tot ons een kamer zou worden toegewezen. Dit bleek niet te gebeuren, en als wij niet zelf de formulieren aan hen waren gaan geven, dan hadden wij er nu nog gezeten.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten