De een zijn dood (© 7:12)

Het klinkt vreemd maar is toch waar; er waren mensen die door 11 september 2001 hun werk beter konden doen.

Na de aanslagen werd besloten het luchtruim minstens drie dagen gesloten te houden. Pas op 14 september tegen het middaguur zou het vliegverkeer geleidelijk worden hervat. Het werd stil boven Noord-Amerika. Na een paar uur had de wind de laatste sporen van het vliegverkeer weggeblazen.

Geograaf David Travis van de University of Wisconsin zag gelijk in wat een uniek experiment hij nu kon uitvoeren. Travis hield zich al sinds 1994 bezig met klimaatverandering en de invloed van jet contrails op de warmtehuishouding van de atmosfeer. Contrails (een samenvoeging van condensation en trails ) zijn de condensstrepen die straalvliegtuigen aan de hemel tekenen als ze op grote hoogte vliegen door lucht die heel koud is of lucht die oververzadigd is aan water – of liever gezegd: ijs, gezien de lage temperatuur.

Vermoed werd dat het moderne luchtverkeer niet alleen met zijn zware uitstoot aan CO2 , water, NOx en roet het klimaat bedreigt maar dat het met zijn eigenaardige wolkvorming ook rechtstreeks invloed heeft op het weer van elke dag. Ook rond Schiphol zijn er dagen dat de lucht door de condensstrepen zo wordt dichtgeborduurd dat de zon er nog nauwelijks doorheen komt. Dit moet invloed hebben op de temperatuur.

Drie dagen lang zouden alle condensstrepen boven de VS ontbreken. David Travis vroeg zich af of het temperatuur-effect daarvan meetbaar zou zijn. Aangenomen werd altijd dat condensstrepen de opwarming overdag wat verminderden omdat ze het zonlicht onderschepten. ’s Nachts overheerste de invloed van de strepen op de warmte-uitstraling van de aarde, ’s nachts verminderden de strepen dus de afkoeling. Kortom: condensstrepen verkleinen het verschil tussen dag- en nachttemperatuur.

Travis en zijn medewerkers vroegen van 4.000 weerstations de geregistreerde verschillen in dag- en nachttemperatuur op voor de periode 1971 tot 2000. Zo kon worden bepaald wat rond 11 september voor het gehele Amerikaanse grondgebied gemiddeld (zonder Alaska en Hawaï) een ‘normaal’ verschil tussen maximum- en minimumtemperatuur zou zijn. Het bleek dat het verschil tussen dag- en nachttemperatuur tijdens het vliegverbod van 11 tot 14 september 1,1 graad Celsius hoger was dan normaal werd waargenomen.

Natuurlijk was dit eenmalige onderzoek niet voldoende voor echt steekhoudende conclusies, daarom heeft de meteorologe Nicola Stuber van de University of Reading het onderzoek voortgezet en publiceerde juni 2006 haar conclusies.
Het bleek dat het opwarmend effect van de contrails licht overheerste: de gemiddelde temperatuur steeg. Een onevenredig sterke bijdrage daarin kwam van de condenssporen die ’s winters en ’s nachts gevormd worden.

Dus we moeten meer vliegen want een paar graden erbij is mooi meegenomen lijkt mij.