woensdag, mei 20, 2009

Gelukkig in 40.000 uur

Een tijd terug gaven ze een Tibetaanse monnik een badmuts op met allemaal draadjes, door dit hersenonderzoek zijn ze tot de conclusie gekomen dat Matthieu Ricard de gelukkigste man ter wereld is. En we willen natuurlijk graag weten hoe dat te bereiken. In ieder geval blijkt het niet te liggen aan het feit dat hij naamgenoot van Pernod is.

Het geheim schijnt hem te zitten in 40.000 meditatie-uren. De meditatie heeft ervoor gezorgd dat zijn hersenen meer positieve emoties kunnen produceren. Het geluk ligt dus niet zomaar voor het oprapen. Ik doe per week 1,5 uur aan yoga waarvan nog geen 30 minuten uit meditatie bestaat en al probeer ik dan aan nog zulke geweldige dingen te denken, zelfs die korte tijd is voor mij al uiterst moeilijk vol te houden. Waar geluk is dus voor mij niet weggelegd.

De geluksmonnik is Matthieu Ricard, voor hij de titel gelukkigste man ter wereld kreeg, werd hij in 1946 in Parijs geboren als zoon van de filosoof Jean-Francois Revel. Hij studeerde moleculaire biologie, waar hij helemaal niet gelukkig van werd, na zijn promotieonderzoek besloot hij in te treden in een Tibetaans boeddhistisch klooster. Hij ging in de leer bij Dilgo Khyentse Rinpoche. En zo begon dus het Grote Geluk. Tot op de dag van vandaag woont Ricard in een kamer op de bovenste verdieping van het Shechen-klooster in Bodnath (Kathmandu). In zijn niet-meditatieve uren is hij persoonlijk vertaler van de Dalai Lama en schrijft boeken. (o.a. De monnik en de filosoof").

Geluk hangt niet af van uiterlijke omstandigheden (als ik dat allemaal heb, dan...). Het gaat om hoe we de wereld erváren. Meditatie veroorzaakt een verandering in ons bewustzijn, waardoor ons basisgevoel blijvend gelukkiger wordt. Alleen daarmee kunnen we ook in de wereld echt iets veranderen.
Volgens Ricard is meditatie door langdurige training je bewustzijn transformeren om tot puur bewustzijn te komen. Hiervoor zijn methodes ontwikkeld op basis van 2500 jaar onderzoek en ervaring. Een beproefde basismethode is het overdenken van tegenstellingen. Je kunt niet tegelijkertijd denken dat iets hard is en dat het zacht is. Een andere methode rust op het principe dat destructieve emoties niet op zichzelf kunnen bestaan. Als je je woede niet meer blijft voeden door je ermee te identificeren, maar er rustig naar kijkt, lost-ie in het niets op. Het is een verstorende, niet-functionele emotie. Liefde en vriendelijkheid daarentegen komen voort uit de realiteit en geven je een realistische kijk op de wereld: je bent niet alleen, maar verbonden met de wereld.

Ik geloof dat ik nog veel, heel veel moet leren.

Geen opmerkingen: